Toen ik pas ging samenwonen bleek al snel dat een huishouden runnen niet mijn sterkste kantje was. En als ik eerlijk ben, is dat nog steeds een werkpunt. Als kind heb ik ook niet veel moeten doen in huis. Af en toen de vaat drogen, een eitje bakken en een zakdoek strijken en dat wat het dan.
Mijn man, waarvan de moeder een eigen zaak had, kreeg al veel jonger verantwoordelijkheid en huishoudelijke taken toebedeeld. Hij kon perfect een volledig middagmaal maken, terwijl ik geen clue had hoe soep moest worden gekookt. Hij wist beter welke was op welke temperatuur moest worden gedaan en had ook een slim systeem om de vloer te dweilen. Ik ‘stond erbij en ik keek er naar’ zullen we maar zeggen.
Dat was dan ook één van de dingen die ik bij de opvoeding mijn kinderen anders wilde doen. Mijn kinderen gingen niet zo hulpeloos het huis verlaten! Er zijn trouwens verschillende redenen waarom je kinderen zelf dingen moet laten doen.
Geluk!
Wat hadden we “geluk”!
Bleek dat die kinderen van ons precies extra veel zin hadden om dingen zelf te doen en mee te helpen.
Vanaf 4 jaar maakt hier iedereen zijn eigen schooltas klaar, inclusief de inhoud van de brooddoos. De oudste van negen kan een volledige eenvoudige middag klaarmaken en het logische systeem van de keuken uitborstelen is ook geïntegreerd. De zorgen van de kat worden ook helemaal door hen gedragen: kattenbak scheppen, eten geven, …
Wat later, toen ik meer leerde over motivatie, bleek dat die behoefte aan autonomie helemaal niets met ‘geluk’ te maken had.
Het blijkt namelijke een onderdeel te zijn van intrinsieke motivatie. (Volgens de zelfdeterminatie theorie van Ryan en Deci).
ABC van motivatie
A – staat voor behoefte aan Autonomie. Zelf keuzes maken dus. (Wanneer maak ik mijn brood klaar voor school? Wat doe ik erop? Welke koek en fruit kies ik?)
B – staat voor verBondenheid. Voelen dat je deel uitmaakt van een groter geheel. Als kinderen ‘meedraaien’ in het gezin, krijgen ze veel meer het gevoel dat ze een schakel zijn in het geheel. Ze krijgen appreciatie voor wat ze doen en dat sterkt hen in het gevoel van verbondenheid.
C – Competentie. Als je kinderen de verantwoordelijkheid geeft om dingen zelf te doen, gaan ze zich ook competent voelen en dat sterkt hun zelfvertrouwen.
Ik doe het beter!
Wat kinderen leren als jij alles voor hen doet? Dat jij het beter kan! Dat fouten maken (iets vergeten of niet zo netjes je brood snijden) niet oké is.
Hen taakjes en verantwoordelijkheid geven, helpt hen ook om te zien dat je sommige dingen niet kan van de eerste keer en dat fouten leerkansen zijn.
Onze zoon ging namelijk ook een eitje bakken in de pan zonder vetstof (en nee, het was geen pan waar dat in kon!)
Wat was dat een waardevolle ‘les’ in de keuken.
De mama die naar haar voeten kreeg
Vorige week haalde ik mijn kinderen op aan de schoolpoort en vingen we een gesprek op tussen een moeder en haar zoontje. Het zoontje was een beetje boos op de mama, want die was zijn zwembroek in zijn tas vergeten te steken.
Toen we in de auto zaten nam mijn oudste dochter het woord:
“Ik begrijp dat niet hoor! Waarom maakt die jongen niet zélf zijn tas klaar? Dat kan hij toch wel zeker?! Dan hoeft hij ook niet zo lastig te doen op zijn mama, want als hij zijn zwembroek niet bij heeft is het zijn eigen schuld.”
Ik glimlachte alleen maar.
Waarom je kinderen dingen zelf moet laten doen.
Kinderen verantwoordelijkheid geven en consequenties laten dragen zorgt ervoor dat ze zelfverzekerd, gemotiveerd en met een groeigerichte mindset door het leven gaan.
En…. je krijgt niet meer naar je voeten als je zelf per ongeluk een zwembroek in een tas bent vergeten steken! 😉
Lees ook: opvoedingstips voor cognitief begaafde kinderen.