Tieners, ik vind ze geweldig om mee te werken!
Dat heb je natuurlijk als je 15 jaar hebt lesgegeven aan die pubers tussen 11 en 16 jaar.
En wat ben ik blij dat ik nu sommigen van die pubers met kenmerken van begaafdheid verder kan helpen op hun weg naar volwassenheid!
De laatste tijd komen er weer steeds meer tieners aankloppen in mijn praktijk. Vaak zitten ze op één of andere manier in hun hangmat, zo ook Elsje (verzonnen naam).
Elsje zit nu in het vierde jaar wetenschappen-wiskunde en is wiskundig sterk.
Nochtans was haar examen wiskunde op het einde van het derde niet zo geweldig. Of ja, om eerlijk te zijn was haar examen gewoon knal in de rode cijfers. Echt geschrokken was ze daar niet van: “Ik had er niks gedaan!” *schouderophaling*
Toch zegt ze van zichzelf dat ze sterk is in wiskunde: “Ik snap dat super snel, maar die toetsen hè…. ”
Definities worden niet bekeken en oefeningen worden niet herhaald. Ze steekt eigenlijk nul komma nul tijd of moeite buiten haar lessen in het vak wiskunde.
Ik werkte al een paar sessies aan inzicht… Het is normaal dat alles niet vanzelf gaat, dat je moet oefenen en dat je moet onderzoeken wat je moet leren en wat je moet doen om beter te worden. Of dat nu bij wiskunde is of bij iets anders, dat maakt helemaal niets uit.
We kwamen erachter dat ze best goed tekent, maar als we gingen tellen hoeveel tijd per week naar tekenen gaat en hoeveel naar wiskunde buiten de les, tja… Tekenen woog net iets zwaarder door op de weegschaal, zullen we maar zeggen.
Opeens keek ze mij glunderend aan: “Op LO hè, daar had ik 100 procent op! En daar oefen ik helemaal niet voor.”
Met een vreemd gezicht keek ik haar aan.
“Dus twee keer hockeytraining, twee keer voetbaltraining, één keer atletiektraining en twee wedstrijden in het weekend is niet oefenen voor LO dan?”
Je kan je Elsje haar gezicht al voorstellen, natuurlijk.
En toen schoten we beiden in de lach…
Tieners, ze blijven geweldig.