“We willen hem niet versnellen. Hij voelt zich toch nog goed.”
Dit kregen ouders te horen op het zorgoverleg voor hun gelukkige, goed presterende zoon.
Vaak gaan ouders van kinderen met kenmerken van begaafdheid naar school omdat het welbevinden zienderogen achteruit gaat. Ze trekken aan de alarmbel als het al fout aan het lopen is.
Maar moet het dan écht eerst verkeerd gaan voor we in actie schieten?
Kunnen we ook niet met zijn allen proactief te werk gaan om te voorkomen dat deze kinderen gedemotiveerd geraken?
We weten uit onderzoek dat kinderen die te weinig uitdaging krijgen in het lager onderwijs kans hebben om te gaan onderpresteren in het secundair onderwijs (Ramos et al., 2021).
Als een kind dan over de hele lijn boven de 90 procent scoort, zonder daar moeite voor te doen, is het dan niet nodig om te gaan uitzoeken of die uitdaging wel voldoende groot is?
Zijn we het niet aan dit kind verplicht als ouder, leraar of begeleider om ons de vraag te stellen: “Wat heeft dit kind op dit moment nodig om zijn potentieel verder te ontwikkelen?”
Nergens staat geschreven dat een kind zich eerst slecht moet voelen voor je een versnelling in gang zet. Versnellen is één van meest bewezen effectieve interventies voor de doelgroep cognitief sterke kinderen (Steenbergen-Hu & Moon, 2010; Smeets, 2021).
Het was dus een zéér terechte stap van deze ouders om met de school in gesprek te gaan rond een eventuele versnelling. Er zijn zeker indicaties dat het voor deze jongen een mogelijke interventie kan zijn om zijn welbevinden hoog te houden en ook zijn schoolse betrokkenheid en motivatie te blijven ondersteunen (Verschueren et al., 2021).
Kan er alsjeblieft worden gekozen om te voorkomen in plaats van te genezen?
Kunnen we ervoor zorgen dat al die prachtige kinderen met al dat potentieel die zich nu nog goed voelen, dat ook blijven doen?
We hebben het vaak over ‘politieke moed’, wel in mijn ogen bestaat er ook zoiets als ‘educationele moed’.
Durf te kiezen voor dat wat nodig is om kinderen de beste kansen te geven om eruit te halen wat erin zit.
Ramos, A., Lavrijsen, J., Soenens, B., Vansteenkiste, M., Sypre, S., & Verschueren, K. (2021). Profiles of maladaptive school motivation among high-ability adolescents: A person-centered exploration of the motivational Pathways to Underachievement model. Journal of Adolescence, 88, 146-161. https://doi.org/10.1016/j.adolescence.2021.03.001
Smeets, S. (2021). Groeperen en versnellen als interventie voor cognitief begaafde leerlingen. In K. Verschueren, S. Sypré, E. Struyf, J. Lavrijsen, & M. Vansteenkiste (Eds.), Ontwikkelen van Cognitief Talent. Handboek voor Onderwijsprofessionals. (pp. 131-145). Acco.
Steenbergen-Hu, S., & Moon, S. M. (2010). The Effects of Acceleration on High-Ability Learners: A Meta-Analysis. Gifted Child Quarterly, 55(1), 39-53. https://doi.org/10.1177/0016986210383155
Verschueren, K., Sypre, S., Struyf, E., Lavrijsen, J., & Vansteenkiste, M. (2021). Ontwikkelen van Cognitief Talent. Acco