Een aantal jaren geleden waren we op bezoek in het aquarium museum in Luik. Want àls er een aquarium in de buurt is, dan laat onze oudste zoon niet af. Hij is al van heel klein enorm geïnteresseerd in alles wat met de zee te maken heeft, in het bijzonder in kwallen en inktvissen. In de gang van het museum stond een bak met toeristische en andere foldertjes. Ik viste er één uit van de universiteit van Luik waarin de studie “Oceanoloog” werd uitgelegd en zei voor de grap: “Hier, dat is iets voor jou, dat zie ik jou wel worden later, een oceanoloog.”
En vanaf die dag zegt onze oudste dat hij oceanoloog wil worden.
Motivatie voor het vak Frans
De enige universiteit in België waar je oceanologie kan studeren ligt in Luik, dus ik drukte onze zoon ook op het hart dat de taal Frans voor hem uiterst belangrijk zou zijn. Hij keek dan ook uit naar het vijfde leerjaar. Dat was het jaar dat hij ‘eindelijk’ Frans zou gaan leren.
Dit schooljaar was het dan eindelijk zover. Hij kreeg Frans. Dolenthousiast kwam hij terug en begon hij te tellen: “Un, deux, trois, … ”
Hij nam spontaan zijn leerstof erbij om te gaan studeren voor die allereerste toets Frans. Nog nooit had ik dat gezien in al die jaren dat hij naar school ging. Hij was super gemotiveerd voor dat nieuwe vak dat hij ging nodig hebben aan de universiteit om oceanoloog te kunnen worden.
Maar na de allereerste toets verdween de motivatie om te studeren.
Op het oudercontact kregen we te horen dat de Franse woordjes kunnen schrijven geen leerplandoelstelling is in de lagere school. Ze moesten dus op hun toetsen enkel de woordjes kunnen overschrijven die voor hun neus stonden. Hij haalde 98 procent op Frans en verloor enkel punten op hoofdletters (die hij in het Nederlands ook nog steeds vergeet) en vergeten accentjes zonder thuis ook maar een minuut aan zijn Frans te spenderen.
Doelen omhoog
Na overleg op school werd er beslist om voor hem de lat hoger te leggen om de motivatie terug aan te wakkeren. Voor hem werd het wel een doel om de Franse woorden juist te kunnen schrijven.
We zijn enorm blij dat de school hierin mee wilde gaan om zo zijn motivatie terug op te krikken en hem te leren studeren.
Voor het eerst in zijn leven moet hij echt studeren, hij had geen idee hoe hij eraan moest beginnen. Het leverde een paar stressmomentjes op!
“Zijn punten zullen wel zakken…”
De juf gaf wel aan dat hij nu geen 98 procent meer zou halen op Frans. Ik begrijp heus wel wat ze wilde zeggen. Maar eerlijk? Dat doet er dus écht niet toe!
Onze zoon moet leren studeren, moet voelen dat als je iets écht wil kunnen, je daar ook moeite voor moet doen en dat niet alles vanzelf gaat. Hij moet leerstrategieën ontwikkelen en uitzoeken wat voor hem werkt.
Het liefst zou ik hebben dat hij daarachter komt voor hij aan zijn studie oceanologie (of eender wat) begint.
Leren om het écht te kennen of kunnen.
Nog steeds legt het onderwijs of de ouders te veel nadruk op die punten. En hoewel ze wel een indicatie geven en een hulpmiddel voor de leerkracht om te zien of doelen zijn behaald, zijn ze niet de reden om te studeren.
Kinderen moeten leren voelen wat het is om zélf iets echt te willen kunnen, om te genieten van het leerproces op zich en de groei die ze doormaken.
Benadruk dus als ouder altijd het proces en de inzet van je kind.
Help hen zoeken naar dat vuurtje diep vanbinnen, naar hun intrinsieke motivatie. Ondersteun hen op alle mogelijke manieren om dat vuur brandend te houden.
Onze zoon scoorde 17/20 op zijn laatste toets van Frans. De juf had gelijk, zijn punten zijn gezakt. Maar wat ben ik trots op die 17/20 waar hij écht voor heeft gewerkt!