Nog steeds worden hoogbegaafden als wonderkinderen en genieën gezien waarvan het broodje wel gebakken is! Dat is al een grote misvatting op zichzelf. Hoogbegaafdheid is een cognitief talent dat ondersteuning en begeleiding nodig heeft om zich ten volle te kunnen ontwikkelen. Hoogbegaafde mensen en kinderen kunnen soms bijzonder kwetsbaar zijn en kunnen soms last ondervinden van bepaalde valkuilen. Kennis verspreiden en mythes en misvattingen over hoogbegaafdheid de wereld uithelpen kan nuttig zijn om deze kinderen en volwassenen beter tot hun recht te laten komen in onze maatschappij. Vandaar zetten we nog een aantal misvattingen op een rij.
Hoogbegaafde leerlingen moeten op school extra werk krijgen
Vooreerst spreken we in het Vlaamse onderwijs niet meer over “hoogbegaafden” maar over cognitief sterk functionerende leerlingen (Prodia, 2019, Verschueren et al., 2021). De cognitief begaafde leerlingen maken ook deel uit van de cognitief sterk functionerende leerlingen. Hierover kan je meer lezen in het boek van project TALENT.
Uit onderzoek blijkt dat er meer leerlingen baat hebben bij verrijking dan die 2,5 tot 3 procent hoogbegaafde leerlingen.
Sterke leerlingen krijgen in de klas vaak extra oefeningen aangeboden. Extra oefeningen van dezelfde leerstof kunnen verveling en schoolmoeheid nog meer in de hand werken. Denken dat het met extra werk wel opgelost is, is dus een misvatting.
Schoolwerk moet gecompact worden. 40 tot 50 procent van de reguliere leer- en oefenstof kan voor een aantal leerlingen worden geschrapt (Renzulli & Reis, 1992). Daardoor komt er onderwijstijd vrij en die kan dan opgevuld worden met ander betekenisvol werk in de zone van naaste ontwikkeling.
Als ze het op school niet zien, is er niets aan de hand.
Het is niet omdat de leraar het niet ziet, dat het ook niet zo is! En nee, de leraar kan er echt niet altijd iets aan doen.
Sommige hoogbegaafde kinderen of kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong kunnen zich aanpassen. Bij een groep horen is een basisbehoefte van een mens. Het kan dus zijn dat de ouders een heel ander beeld hebben van hun kind dan het beeld dat het schoolteam heeft. Er zijn kinderen die terug gaan brabbelen, terwijl ze thuis al mooie zinnetjes spreken. Er zijn kinderen die thuis altijd de juiste pengreep hanteren en op school terug een vuistgreep gebruiken…
Als het talent niet wordt gezien door dit aanpassingsgedrag, kan de school ook niet gericht inzetten op het juiste niveau van uitdaging. Er is wel iets aan de hand en er wordt best zo snel mogelijk actie ondernomen.
Hoogbegaafde kinderen leren zichzelf lezen en rekenen
Ook héél veel mensen denken dat hoogbegaafden zichzelf altijd leren rekenen en lezen. Als ze dat doen is het zeker een indicatie. Maar als ze dat niet doen, wil dat niet noodzakelijk zeggen dat er geen cognitief talent zit. Kinderen die bijvoorbeeld ook dyslexie hebben of gewoon nog geen interesse in letters hebben, kunnen ook hoogbegaafd zijn… We brengen meerdere observaties en dergelijke bij elkaar en proberen naar onderwijsbehoeften van kinderen te kijken.
Hoogbegaafde kinderen hebben pushende ouders
Ouders van hoogbegaafde kinderen krijgen soms honderden vragen op een dag. Sommige kinderen hebben een grote ‘need for cognition’ of leerhonger. Ouders proberen aan die leerhonger tegemoet te komen en ondersteunen de intrinsieke motivatie van hun kinderen op die manier.
Ga er niet meteen vanuit dat hoogbegaafde kinderen altijd pushende ouders hebben. Uiteindelijk willen zij net hetzelfde als alle andere ouders: een gelukkig kind.
Hoogbegaafde leerlingen kunnen alles zelfstandig
Net zoals alle kinderen leren deze kinderen in hun zone van naaste ontwikkeling.
Dat is voor deze leerlingen dus niet anders. In de zone van naaste ontwikkeling leren kinderen doorzetten, omgaan met fouten… en daar hebben ze begeleiding voor nodig. Leerlingen die altijd alleen moeten gaan zitten in een hoekje en alles zelfstandig verwerken zitten misschien nog altijd niet in de zone van naaste ontwikkeling.
Hoogebegaafde kinderen zijn perfectionistisch
Bij de groep hoogbegaafden die in hulpverlening terecht kwamen, werd opgemerkt dat deze kinderen vaak perfectionistisch waren. We zijn er ons best bewust van dat observaties in de klinische praktijk niet hetzelfde zijn als wetenschappelijk onderzoek. Zowel uit internationaal onderzoek als het Vlaamse TALENT onderzoek werd zelfkritisch perfectionisme net iets minder vaak opgetekend bij de hoogbegaafde groep. Dit is belangrijke informatie aangezien er lang op niet-cognitieve persoonskenmerken zoals perfectionisme werd geselecteerd in scholen. Selecteren doen we best op leerkenmerken, niet op die niet-cognitieve persoonskenmerken. Uiteraard is het van belang dat de niet cognitieve persoonlijkheidskenmerken wel in kaart worden gebracht, aangezien faalangst, perfectionisme, behoefte aan autonomie, een groot rechtvaardigheidsgevoel, hoogsensitiviteit en dergelijke wel belangrijk zijn voor de begeleiding van deze groep.
Mag ik je ook om raad vragen?
Opvoed probleempje…
Dochter net niet hoogbegaafd 124 en 127 op talig niveau en heeft ASS
Geen probleem als het niet kan.
Je mag me mailen hoor, als ik kan wil ik best helpen Hoogbegaan@blue-gate.be
Wat een boeiend artikel. Dit is precies hoe het bij ons HB zoon gaat. Op school vastgelopen omdat hij dat hij het nodig had de hulp niet kreeg en nu in groep 7 pas weer de behoefte heeft om iets te doen. Ook hulp voor zijn depressies. Moet wel zeggen dat hij ook asperger heeft en dit alles ook niet vergemakkelijkt en samenhangt met diverse problemen. Maar heb echt wat aan je artikel Een hele geruststelling.
Fijn te lezen dat je er wat aan hebt! Succes daar!