Sinds een aantal jaren gebruiken we in het onderwijsveld in Vlaanderen de term Cognitief Sterk Functioneren. Ik lees vaker beweringen zoals: “Hoogbegaafdheid is meer dan cognitief sterk functioneren.”
Ik zie de noodzaak om te verduidelijken. Want ik zie dat de term verkeerd wordt geïnterpreteerd.
De term cognitief sterk functioneren
De omschrijving van cognitief sterk functioneren gaat als volgt:
Tot de groep cognitief sterk functionerende leerlingen behoren de leerlingen die binnen de top 10 procent van prestaties zitten én de leerlingen met het 10 procent hoogste ontwikkelingspotentieel die al dan niet tot presteren komen.
Het is dus niet “Hoogbegaafdheid is meer dan cognitief sterk functioneren”.
Het is eerder “Cognitief sterk functioneren is meer dan hoogbegaafdheid,” aangezien de hoogbegaafde leerlingen deel uitmaken van de groep cognitief sterk functionerende leerlingen van een school.
Cognitief sterk functioneren wil niet zeggen dat je goed moet functioneren of presteren, aangezien “die al dan niet tot presteren komen” duidelijk in de omschrijving zit.
Er wordt ook aangegeven dat begaafdheid zich op meer domeinen kan bevinden zoals bijvoorbeeld het muzikale of op sportief vlak (of een combinatie). Het cognitieve luik is wel het meest onderzochte onderdeel in het veld van begaafdheid.
Het waarom van de gebruikte term
Vanuit het onderwijsbeleid in Vlaanderen wordt al langer gestuurd richting het kijken naar onderwijsbehoeften. Vandaar dat een kind dat vermoedelijk dyslexie heeft steeds minder vaak dat officiële papiertje nodig heeft om gebruikt te kunnen maken van de ReDiCoDis maatregelen ter ondersteuning. ReDiCoDis (het vroegere StiCorDi) staat voor Remediëren, Differentiëren, Compenseren en Dispenseren.
Dan is ook de gebruikte term cognitief sterk functionerende leerlingen vrij logisch. Ook deze term stuurt ook aan op kijken naar onderwijsbehoeften, deze in kaart brengen en alle kinderen die nood hebben aan “meer” daarin ondersteunen. Kinderen die goed presteren en duidelijk voorsprong hebben, zouden moeten worden uitgedaagd. Hoogbegaafde kinderen, die (nog) niet of niet meer tot presteren komen moeten ook ondersteuning op onderwijsbehoeften krijgen. Dit zou los moeten staan van een intelligentiescore. Een nood aan zwart op wit bewijs van die IQ score wordt op deze manier kleiner.
In kaart brengen van onderwijsbehoeften
Scholen gaan verschillende informatiekanalen gebruiken om te bepalen of een kind deel uitmaakt van de groep cognitief sterk functionerende leerlingen. Zo kunnen prestaties op LVS-toetsen, AVI-toetsten, doortoetsingen, prétoetsen en dergelijke samen worden gebracht met informatie uit kindgesprekken, oudergesprekken en observaties in de klas. Een eventuele intelligentietest kan zeker meegenomen worden, daarin zijn vooral ook de observaties van de tester van belang. Ook observaties op niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken zoals perfectionisme of hoogsensitiviteit uit verschillende bronnen kunnen meegenomen worden in de begeleiding. Dat gaat absoluut ook om het welbevinden. Dat staat niet los van het cognitieve luik.
Vanuit het samenbrengen van informatie kunnen scholen beslissingen maken op gebied van onderwijsbehoeften. De hoogbegaafde leerlingen die binnen de groep cognitief sterk functionerende leerlingen zitten gaan waarschijnlijk meer/andere interventies nodig hebben dan een ander deel van de leerlingen die tot de groep behoren. Maar ze worden niet vergeten door het gebruik van de term cognitief sterk functioneren.
Het label
De nood aan een officieel label wordt kleiner, een IQ test wordt minder vaak een vereiste om aanpassingen te krijgen door het gebruik van de term cognitief sterk functioneren. We weten uit onderzoek dat een label onbedoeld druk kan meegeven en dat dit risico’s kan inhouden voor een leerling. Dus minder labelen kan een meerwaarde zijn.
Waar hebben we het over?
Uiteindelijk willen we dat alle kinderen ondersteuning krijgen op hun onderwijsbehoeften. De term cognitief sterk functioneren doet daar absoluut geen afbraak aan. Het gaat niet om “goed functioneren” of enkel om “cognitief functioneren” het gaat om de ondersteuning krijgen die je als (hoogbegaafd) kind nodig hebt.
Ik hoop dat ik met dit artikel wat van de verwarring kan wegnemen en dat de term in zijn juiste context wordt gezien.
Aangeven dat cognitief sterk functioneren enkel gaat over goed presteren is een verkeerde bewering. Misschien komt die voort vanuit het welgekende vooroordeel dat mensen vaak nog denken dat hoogbegaafden alles wel vanzelf zullen kunnen en altijd goed presteren te willen tegenspreken. Daar heb ik alle begrip voor, misvattingen moeten de wereld uit. Nieuwe misvattingen creëren, dat moeten we echter ook proberen voorkomen…
Meer lezen kan in het boek “ontwikkelen van cognitief talent – handboek voor onderwijsprofessionals”